De halogeenlamp is gemaakt van wolfraamdraad, maar zit in een kleinere kwartsglasbol. Omdat de glazen bol heel dicht bij de gloeidraad zit, zal hij, als hij van glas is gemaakt, gemakkelijk smelten. Het gas in de glazen bol is samengesteld uit verschillende gassen om een halogeenlampengroep te vormen. Deze gassen hebben een interessante eigenschap: ze combineren met wolfraamdamp. Als de temperatuur niet hoog genoeg is, verdampen de wolfraamatomen in combinatie met het halogeengas en zetten ze zich weer af op de gloeidraad. Dit cyclusproces zorgt ervoor dat het filament lang meegaat. Bovendien kan het hete filamenten laten lopen, wat betekent dat je meer lichtenergie krijgt. Je krijgt nog steeds veel warmte, maar omdat de kwartsbol zo dicht bij de gloeidraad zit, is hij heter dan een normale gloeilamp.
Halogeenlampen kunnen ook op een hogere temperatuur werken dan gewone gloeilampen, en hun helderheid en efficiëntie zijn ook hoger. Bij deze temperatuur kan gewoon glas echter zacht worden, dus halogeenlampen moeten kwartsglas met een hoger smeltpunt gebruiken. Omdat kwartsglas ultraviolet licht niet kan blokkeren, hebben halogeenlampen meestal een extra ultravioletfilter nodig.
Als er olie op het kristalglas van de halogeenlamp zit, zal de temperatuur op het glas anders zijn en de levensduur van de lamp verkorten. Raak daarom bij het vervangen van halogeenlampen het glas van de lamp niet aan. Als u het met uw vingers aanraakt, maak het dan schoon met alcohol.